Ezechiël 30:16

16 En Ik zal een vuur in Egypte leggen; Sin zal zeer grote pijn hebben, en No zal gespleten worden, en Nof zal dagelijks zeer bang zijn.

Ezechiël 30:16 Meaning and Commentary

Ezekiel 30:16

And I will set fire in Egypt
Kindle a war there, which shall consume it; see ( Ezekiel 30:8 ) : Sin shall have great pain;
as a woman in travail, seeing its destruction is just at hand; the same with Pelusium, as before: and No shall be rent asunder,
the walls of it shall be broken down by the enemy, or a breach shall be made in it, like the breach of waters which were about it; see ( Nahum 3:8 ) : and Noph shall have distresses daily:
that is, Memphis, as before; enemies shall surround it daily, as the Targum; shall besiege and distress it, until it is taken: or, "in the daytime"; their enemies should not come as thieves in the night, openly in the day. Abendana interprets it of their unfortunate day, their star being unlucky.

Ezechiël 30:16 In-Context

14 En Ik zal Pathros verwoesten, en een vuur leggen in Zoan; en Ik zal gerichten oefenen in No.
15 En Ik zal Mijn grimmigheid uitgieten over Sin, de sterkte van Egypte; en Ik zal de menigte van No uitroeien.
16 En Ik zal een vuur in Egypte leggen; Sin zal zeer grote pijn hebben, en No zal gespleten worden, en Nof zal dagelijks zeer bang zijn.
17 De jongelingen van Aven en Pibeseth zullen door het zwaard vallen, en de dochters zullen gaan in de gevangenis.
18 En te Tachpanhes zal de dag verduisterd worden, als Ik het juk van Egypte aldaar zal verbreken, en de hovaardij harer sterkte in haar zal ophouden; haar zal een wolk bedekken, en haar dochters zullen gaan in de gevangenis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.