Ezechiël 36:4

4 Daarom, gij bergen Israels! hoort het woord des Heeren HEEREN: Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen, tot de verwoeste eenzame plaatsen en tot de verlaten steden, die tot een roof en tot een spot geworden zijn voor het overblijfsel der heidenen, die rondom zijn;

Ezechiël 36:4 Meaning and Commentary

Ezekiel 36:4

Therefore, ye mountains of Israel, hear the word of the Lord,
&c.] As in ( Ezekiel 36:1 ) , here repeated to raise and quicken their attention to what was about to be said to them: thus saith the Lord God to the mountains, and to the hills, to the
rivers, and to the valleys, to the desolate wastes, and to the
cities that are forsaken;
before only the mountains are spoken to, though the whole land was included; here the several particulars are given, which describe the whole, and which suffered in the calamity, and the inhabitants that dwelt in them or near them; who only can be supposed to hear the word of the Lord, though places are only mentioned, because of the great depopulation of them: which became a prey and derision to the residue of the Heathen
that are round about;
to the Tyrians, Philistines, Edomites, Ammonites, and Moabites; who mocked the Jews, rejoicing at their destruction by the king of Babylon, and seized upon as a prey to themselves what he left: or these are the residue of the Heathens round about Judea; who remained after the judgments threatened were executed on the above nations, foretold in chapters twenty five and twenty six, see ( Ezekiel 36:36 ) .

Ezechiël 36:4 In-Context

2 Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand van u zegt: Heah! zelfs de eeuwige hoogten zijn ons ten erve geworden!
3 Daarom profeteer en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Daarom, omdat men u van rondom verwoest en opgeslokt heeft, opdat gij voor het overblijfsel der heidenen ten erve zoudt zijn, en gij gebracht zijt op de klapachtige lip en in opspraak des volks;
4 Daarom, gij bergen Israels! hoort het woord des Heeren HEEREN: Zo zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen, tot de verwoeste eenzame plaatsen en tot de verlaten steden, die tot een roof en tot een spot geworden zijn voor het overblijfsel der heidenen, die rondom zijn;
5 Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zo Ik niet in het vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel der heidenen, en tegen het ganse Edom; die Mijn land zichzelven ten erve gegeven hebben met blijdschap des gansen harten, met begerige plundering, opdat de landerij daarvan ten rove zou zijn!
6 Daarom profeteer van het land Israels, en zeg tot de bergen en tot de heuvelen, tot de stromen en tot de dalen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik heb in Mijn ijver en in Mijn grimmigheid gesproken, omdat gij den smaad der heidenen gedragen hebt;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.