Ezechiël 44:25

25 Ook zal geen van hen tot een doden mens ingaan, dat hij onrein worde; maar om een vader, of om een moeder, of om een zoon, of om een dochter, om een broeder of om een zuster, die geens mans geweest is, zullen zij zich mogen verontreinigen.

Ezechiël 44:25 Meaning and Commentary

Ezekiel 44:25

And they shall come at no dead person to defile themselves,
&c.] Shall not come into places where they are, nor touch them, nor attend their funerals, ( Leviticus 21:1 Leviticus 21:11 ) , that their work might not be interrupted, or they through grief and sorrow be made unfit for it, ( Matthew 8:22 ) , this, in a spiritual sense, may signify, that they should have no conversation or fellowship with men dead in trespasses and sins; and should abstain from all dead works, as all sinful ones are: but for father, or for mother, or for son, or for daughter, for
brother, or for sister that hath had no husband, they may defile
themselves;
by coming near them, touching them, at least attending their funerals, because of their near relation to them, and that natural sympathy and affection that must be in them: all sorrow and mourning for dead relations is not forbidden saints, nor ministers of the word; provided it is in moderation, and not to excess, and is not for gracious persons, as those without hope; and should as little as possible break in upon the duties of their office, ( 1 Thessalonians 4:13 ) ( John 11:33 John 11:35 ) .

Ezechiël 44:25 In-Context

23 En zij zullen Mijn volk onderscheid leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend maken het onderscheid tussen het onreine en reine.

24 En over een twistzaak zullen zij staan om te richten; naar Mijn rechten zullen zij hen richten; en zij zullen Mijn wetten en Mijn inzettingen op al Mijn gezette hoogtijden houden, en Mijn sabbatten heiligen.

25 Ook zal geen van hen tot een doden mens ingaan, dat hij onrein worde; maar om een vader, of om een moeder, of om een zoon, of om een dochter, om een broeder of om een zuster, die geens mans geweest is, zullen zij zich mogen verontreinigen.

26 En na zijn reiniging zullen zij hem zeven dagen tellen.

27 En ten dage, als hij in het heilige zal ingaan, in het binnenste voorhof, om in het heilige te dienen, zal hij zijn zondoffer offeren, spreekt de Heere HEERE.