Ezra 8:35

35 En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.

Ezra 8:35 Meaning and Commentary

Ezra 8:35

Also the children of those that had been carried away, which
were come out of the captivity
Namely, those that now came along with Ezra:

offered
burnt offerings unto the God of Israel;
by way of thankfulness for their deliverance from captivity, and for their safe journey:

twelve bullocks for all Israel:
according to the number of the tribes; and there might be some of every tribe that now came up:

ninety and six rams, seventy and seven lambs;
these and the bullocks were burnt offerings:

twelve he goats for a sin offering;
according to the number of the twelve tribes, also to make atonement for sins they had been guilty of:

all this was a burnt offering unto the Lord;
excepting the twelve he goats, which were a sin offering.

Ezra 8:35 In-Context

33 Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.
34 Naar het getal en naar het gewicht van dat alles; en het ganse gewicht werd ter zelfder tijd opgeschreven.
35 En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.
36 Daarna gaven zij de wetten des konings aan des konings stadhouders en landvoogden aan deze zijde der rivier; en zij bevorderden het volk en het huis Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.