Genesis 19:33

33 En zij gaven dien nacht haar vader wijn te drinken; en de eerstgeborene kwam, en lag bij haar vader, en hij werd het niet gewaar in haar nederliggen, noch in haar opstaan.

Genesis 19:33 Meaning and Commentary

Genesis 19:33

And they made their father drink wine that night
They persuaded him to drink liberally, urged him to it again, in order to make him drunk, and so complete their design; and Lot might be the more prevailed upon to drink freely, in order to remove his sorrow, and refresh his spirits under the loss of his wife, and his daughters, if he had any married in Sodom, as some suppose, and his sons-in-law, and of all his goods and substance; though this will not excuse his drinking to excess, nor can ignorance of the strength of wine be pleaded, since he must needs know it as well as his daughters, who, it is plain, did, and therefore plied him with it: and the firstborn went in and lay with her father;
went to his bed, and lay down by him, which she would not have dared to have done, but that she knew he was drunk and insensible: and he perceived not when she lay down, nor when she arose:
never heard her come to bed nor get up, so dead drunk and fast asleep was he; but finding a woman in bed with him, lay with her, taking her to be his wife, forgetting, through the force of liquor, that she was dead. There is an extraordinary prick on the Vau in Kumah, rendered "she arose", which the Jews say F21 is to show that he knew her not when she lay down, but when she arose he knew her; and indeed it may be rendered, but in her rising up.


FOOTNOTES:

F21 T. Bab. Horayot, fol. 10. 2.

Genesis 19:33 In-Context

31 Toen zeide de eerstgeborene tot de jongste: Onze vader is oud, en er is geen man in dit land, om tot ons in te gaan, naar de wijze der ganse aarde.
32 Kom, laat ons onze vader wijn te drinken geven, en bij hem liggen, opdat wij van onze vader zaad in het leven behouden.
33 En zij gaven dien nacht haar vader wijn te drinken; en de eerstgeborene kwam, en lag bij haar vader, en hij werd het niet gewaar in haar nederliggen, noch in haar opstaan.
34 En het geschiedde des anderen daags, dat de eerstgeborene zeide tot de jongste: Zie, ik heb gisteren nacht bij mijn vader gelegen; laat ons ook dezen nacht hem wijn te drinken geven; ga dan in, lig bij hem, opdat wij van onzen vader zaad in het leven behouden.
35 En zij gaven haar vader ook dien nacht wijn te drinken, en de jongste stond op, en lag bij hem. En hij werd het niet gewaar in haar nederliggen, noch in haar opstaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.