Genesis 24:16

16 En die jonge dochter was zeer schoon van aangezicht, een maagd, en geen man had haar bekend; en zij ging af naar de fontein, en vulde haar kruik, en ging op.

Genesis 24:16 Meaning and Commentary

Genesis 24:16

And the damsel [was] very fair to look upon
Of a good countenance and beautiful aspect: a virgin, neither had any man known her;
not only was reckoned a virgin, but was really one, pure and incorrupt: and she went down to the well and filled her pitcher, and came up;
by which it appears the well lay low, there was a descent unto it, and an ascent from it. Rebekah was very diligent and speedy in doing her work, she did not stay to look at strangers, or hold an idle conversation with other damsels that came thither on the same account; but, having filled her pitcher, was making the best of her way home.

Genesis 24:16 In-Context

14 Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve zij, die Gij Uw knecht Izak toegewezen hebt, en dat ik daaraan bekenne, dat Gij weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt.
15 En het geschiedde, eer hij geeindigd had te spreken, ziet, zo kwam Rebekka uit, welke aan Bethuel geboren was, de zoon van Milka, de huisvrouw van Nahor, de broeder van Abraham; en zij had haar kruik op haar schouder.
16 En die jonge dochter was zeer schoon van aangezicht, een maagd, en geen man had haar bekend; en zij ging af naar de fontein, en vulde haar kruik, en ging op.
17 Toen liep die knecht haar tegemoet, en hij zeide: Laat mij toch een weinig waters uit uw kruik drinken.
18 En zij zeide: Drink, mijn heer! en zij haastte zich en liet haar kruik neder op haar hand, en gaf hem te drinken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.