Handelingen 12:10

10 En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.

Handelingen 12:10 Meaning and Commentary

Acts 12:10

When they were past the first and the second ward
Or watch, which were set within the prison, and might be some of the quaternions of soldiers to whom Peter was delivered; two of them were with him, and others might be placed at these two wards for further security; and these circumstances make the deliverance the more wonderful and remarkable; the watch must either be asleep, or their eyes were holden, or the angel and Peter passed by so swiftly that they were unobserved:

they came unto the iron gate that leadeth unto the city:
which was not one of the gates of the city, as if the prison was without the walls of it; but was the great and strong gate of the prison, which for the security of the prisoners was made of iron, and this gate led directly into the city of Jerusalem:

which opened to them of his own accord;
as the gates of the temple are said to do F7, forty years before the destruction of Jerusalem: this was done by a divine power; and because no human creature had any hand in it, it is said to be done of its own accord:

and they went out.
The Cambridge copy of Beza's adds, "they went down seven steps"; that is, from the prison into the city:

and passed on through one street;
what street this was is not certain; there were several streets in Jerusalem: (See Gill on Acts 9:11) and forthwith the angel departed from him: he being now safe and out of danger, he left him to himself, to betake himself to what house he should think fit.


FOOTNOTES:

F7 T. Bab. Yoma, fol. 39. 2.

Handelingen 12:10 In-Context

8 En de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij.
9 En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.
10 En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.
11 En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden.
12 En als hij alles overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.