Handelingen 16:18

18 En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, daarover ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure.

Handelingen 16:18 Meaning and Commentary

Acts 16:18

And this she did many days
As the apostle and his company passed to and from the oratory, being for that time at Lydia's house; she followed them, and repeated the above words. This she was suffered to do, time after time; not that the apostle and his friends wanted such a testimony, or that it was of any use to them; but that the expulsion of the evil spirit might be more manliest, and more taken notice of: but Paul being grieved;
at the unhappy condition the maid was in, being possessed with such a spirit: and that the people were so imposed upon and deluded by it; and that it should be thought that there was any combination and agreement between that and him: turned;
himself to her, who was behind him, she following him, as is said in the preceding verse; this is left out in the Syriac version: and said to the spirit;
or to that spirit, as the same version renders it; to the spirit of Python, or Apollo, or of divination, that was in the maid; the Ethiopic version reads, "and he said", "in", or "by the Holy Spirit"; being under a more than ordinary influence and impulse of his; but not the spirit by which he spake, but the spirit to which he spake, is here meant: I command thee in the name of Jesus Christ to come out of her, and
he came out the same hour;
this is an instance of that power which Christ gave to his apostles to cast out devils in his name, ( Matthew 10:1 ) ( Mark 16:17 )

Handelingen 16:18 In-Context

16 En het geschiedde, als wij tot het gebed heengingen, dat een zekere dienstmaagd, hebbende een waarzeggenden geest, ons ontmoette, welke haar heren groot gewin toebracht met waarzeggen.

17 Dezelve volgde Paulus en ons achterna, en riep, zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen.

18 En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, daarover ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure.

19 Als nu de heren van dezelve zagen, dat de hoop huns gewins weg was, grepen zij Paulus en Silas, en trokken hen naar de markt voor de oversten.

20 En als zij hen tot de hoofdmannen gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen beroeren onze stad, daar zij Joden zijn.