Handelingen 25:22

22 En Agrippa zeide tot Festus: Ik wilde ook zelf dien mens wel horen. En hij zeide: Morgen zult gij hem horen.

Handelingen 25:22 Meaning and Commentary

Acts 25:22

Then Agrippa said to Festus
After he had given him the above account:

I would also hear the man myself;
Agrippa being a Jew by profession, and knowing more of these things than Festus did, and very likely had heard much concerning Jesus Christ; and if not of the apostle, yet however of the Christian religion; and therefore he was very desirous, not only out of curiosity to see the man, but to hear him; and get some further information and knowledge about the things in dispute, between the Jews and Christians, in which Festus was very ready to gratify him:

tomorrow, said he, thou shall hear him:
and sooner things could not well be prepared for an affair of this kind, and for so grand a meeting.

Handelingen 25:22 In-Context

20 En als ik over de onderzoeking van deze zaak in twijfeling was, zeide ik, of hij wilde gaan naar Jeruzalem, en aldaar over deze dingen geoordeeld worden.
21 En als Paulus zich beriep, dat men hem tot de kennis des keizers bewaren zou, zo heb ik bevolen, dat hij bewaard zoude worden, ter tijd toe, dat ik hem tot den keizer zenden zou.
22 En Agrippa zeide tot Festus: Ik wilde ook zelf dien mens wel horen. En hij zeide: Morgen zult gij hem horen.
23 Des anderen daags dan, als Agrippa gekomen was en Bernice, met grote pracht, en als zij ingegaan waren in het rechthuis, met de oversten over duizend, en de mannen, die de voornaamsten de stad waren, werd Paulus op bevel van Festus voor gebracht.
24 En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet meer behoort te leven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.