Handelingen 7:7

7 En het volk, dat zij dienen zullen, zal Ik oordelen, sprak God; en daarna zullen zij uitgaan, en zij zullen Mij dienen in deze plaats.

Handelingen 7:7 Meaning and Commentary

Acts 7:7

And the nation to whom they shall be in bondage
At the end of the four hundred years, and which was the Egyptian nation:

I will judge, said God;
that is, condemn and punish them, as he did, by inflicting the ten plagues upon them:

and after that they shall come forth;
out of the land of Egypt, and their hard bondage there; and which was brought about by the judgments executed upon the Egyptians:

and serve me in this place;
in the land of Canaan; though these words are not to be found in ( Genesis 15:13 ) what comes nearest them is in ( Exodus 3:12 ) . "Ye shall serve God upon this mountain"; meaning Mount Horeb, where Moses then was, and from whence the law was afterwards given.

Handelingen 7:7 In-Context

5 En Hij gaf hem geen erfdeel in hetzelve, ook niet een voetstap; en beloofde, dat Hij hem het zelve tot een bezitting geven zou, en zijn zade na hem, als hij nog geen kind had.
6 En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en dat zij het zouden dienstbaar maken, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren.
7 En het volk, dat zij dienen zullen, zal Ik oordelen, sprak God; en daarna zullen zij uitgaan, en zij zullen Mij dienen in deze plaats.
8 En Hij gaf hem het verbond der besnijdenis; en alzo gewon hij Izak, en besneed hem op den achtsten dag; en Izak gewon Jakob, en Jakob de twaalf patriarchen.
9 En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, om naar Egypte gebracht te worden; en God was met hem,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.