Hebreeën 2:8

8 Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;

Hebreeën 2:8 Meaning and Commentary

Hebrews 2:8

Thou hast put all things in subjection under his feet
Good angels, men and devils, all things in heaven, earth, and sea; see ( 1 Peter 3:22 )

for in that he put all in subjection under him, he left nothing that
is not put under him;
there is no one person or thing that is not subject to Christ; the subjection is the most universal, either voluntary or involuntary; whether they will or not, they are, and must be subject; God has left nothing but what he has put under his power:

but now we see not yet all things put under him;
this seems to be an objection, and even a contradiction to what is before said; which may be removed by observing, that though this general subjection is not seen by us, it does not follow that it is not; and though it is not as yet visible, yet it will be: and besides, the apostle's sense may be, that no such general subjection to any mere man has ever been seen and known; as not to Solomon, nor Ahasuerus, nor Cyrus, nor Alexander the great, nor Julius, nor Augustus Caesar, nor any other; and this he may observe, to show the non-application of this passage to any but to Jesus Christ; and this sense is confirmed by what follows.

Hebreeën 2:8 In-Context

6 Maar iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt!
7 Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer handen;
8 Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;
9 Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die een weinig minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor allen den dood smaken zou.
10 Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.