Hosea 10:13

13 Gij hebt goddeloosheid geploegd, verkeerdheid gemaaid, en de vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd op uw weg, op de veelheid uwer helden.

Hosea 10:13 Meaning and Commentary

Hosea 10:13

Ye have ploughed wickedness
Contrived it, and took a great deal of pains to commit it; by ploughing sowed it, and which sprung up in a plentiful crop: it may denote their first sins, from whence all others arose; as their irreligion and infidelity; their apostasy from God; their idolatry and contempt of his word and prophets: ye have reaped iniquity;
abundance of other sins have sprung up from thence; a large harvest of them have been reaped and got in; or great numbers of other sins have been committed; one sin leads on to another, and these proceed "ad infinitum"; wickedness is of an increasing nature, and grows worse and worse, and proceeds to more ungodliness: many understand this of the punishment or reward of sin: ye have eaten the fruit of lies;
as a sweet morsel though bread of deceit; which could not profit them, nor yield them in the issue the pleasure it promised them, and they hoped for from it: because thou didst trust in thy way;
in the worship of their idols, and in their alliances with neighbouring nations, and promised themselves great prosperity and happiness from hence: and in the multitude of thy mighty men;
their valiant soldiers, their numerous armies, and the generals of them, well skilled in war, and courageous; and also in their auxiliaries, which they had from the Egyptians and others; these they put their confidences in, to protect them; and so in their garrisons and fortresses, as the following words show:

Hosea 10:13 In-Context

11 Dewijl Efraim een vaars is, gewend gaarne te dorsen, zo ben Ik over de schoonheid van haar hals overgegaan; Ik zal Efraim berijden, Juda zal ploegen, Jakob zal voor zich eggen.
12 Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid; braakt u een braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid regene.
13 Gij hebt goddeloosheid geploegd, verkeerdheid gemaaid, en de vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd op uw weg, op de veelheid uwer helden.
14 Daarom zal er een groot gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen verstoord worden, gelijk Salman Beth-Arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd er verpletterd met de zonen.
15 Alzo heeft Beth-El ulieden gedaan, vanwege de boosheid uwer boosheid; Israels koning is in den dageraad ten enenmale uitgeroeid.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.