Jakobus 4:16

16 Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.

Jakobus 4:16 Meaning and Commentary

James 4:16

But now ye rejoice in your boastings
Of tomorrow, and of the continuance of life, and of going to such a place, and abiding there for such a time, and of trading and trafficking with great success, to the obtaining of much gain and riches; see ( Proverbs 27:1 )

all such rejoicing is evil;
wicked and atheistical, as expressing a neglect of and independence on Providence; arrogating and ascribing too much to themselves, their power and will, as if they had their lives and fortunes in their own hands, and at their own dispose, when all depend upon the will of God. The Syriac version renders it, "all such rejoicing is from evil"; from an evil heart, and from the evil one, Satan.

Jakobus 4:16 In-Context

14 Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.

15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen.

16 Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.

17 Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.