Jeremia 11:5

5 Opdat Ik den eed bevestige, dien Ik uw vaderen gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk en honig, als het is te dezen dage. Toen antwoordde ik en zeide: Amen, o HEERE!

Jeremia 11:5 Meaning and Commentary

Jeremiah 11:5

That I may perform the oath which I have sworn unto your
fathers
Abraham, Isaac, and Jacob: to give them a land flowing with milk and honey:
that is, abounding with plenty of all kind of provisions; see ( Exodus 3:8 ) ( Deuteronomy 6:3 ) ( 8:7-9 ) : as it is this day;
the land of Canaan continued to those times a very fruitful country; it was as it was promised it should be, and which was a clear thing; their eyes saw it, and the day bore witness to it: then answered I, and said;
that is, the Prophet Jeremiah, to whom the above order was given: so be it, O Lord;
or, "Amen, Lord" F6; either agreeing to publish what the Lord commanded him; or as wishing that the land of Canaan might continue the same fruitful land it was, and the people of the Jews in it, they keeping the words of this covenant; or else as assenting that the curse might fall upon the men that did not observe them, alluding to ( Deuteronomy 27:15-26 ) . This is the sense of Abarbinel; Jarchi and Kimchi observe, that the word "Lord" is vocative, and in the language of prayer.


FOOTNOTES:

F6 (hwhy Nma) "Amen, Domine", Pagninus: Montanus; "Amen, O Jehovah", Schmidt, Cocceius.

Jeremia 11:5 In-Context

3 Zeg dan tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Vervloekt zij de man, die niet hoort de woorden deze verbonds.
4 Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen uit Egypteland, uit den ijzeroven, uitvoerde, zeggende: Zijt Mijner stem gehoorzaam, en doet dezelve, naar alles wat Ik ulieden gebiede; zo zult gij Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn;
5 Opdat Ik den eed bevestige, dien Ik uw vaderen gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk en honig, als het is te dezen dage. Toen antwoordde ik en zeide: Amen, o HEERE!
6 En de HEERE zeide tot mij: Roep al deze woorden uit in de steden van Juda, en in de straten van Jeruzalem, zeggende: Hoort de woorden dezes verbonds, en doet dezelve.
7 Want Ik heb uw vaderen ernstiglijk betuigd, ten dage als Ik hen uit Egypteland opvoerde, tot op dezen dag, vroeg op zijnde en betuigende, zeggende: Hoort naar Mijn stem!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.