Jeremia 7:30

30 Want de kinderen van Juda hebben gedaan, dat kwaad is in Mijn ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen gesteld in het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen.

Jeremia 7:30 Meaning and Commentary

Jeremiah 7:30

For the children of Judah have done evil in my sight, saith
the Lord
Meaning not a single action only, but a series, a course of evil actions; and those openly, in a daring manner, not only before men, but in the sight of God, and in contempt of him, like the men of Sodom, ( Genesis 13:13 ) : they have set their abominations in the house which is called by my
name, to defile it;
that is, set their idols in the temple; here Manasseh set up a graven image of the grove, ( 2 Kings 21:7 ) which was done, as if it was done on purpose to defile it.

Jeremia 7:30 In-Context

28 Daarom zeg tot hen: Dit is het volk, dat naar de stem des HEEREN, zijns Gods, niet hoort, en de tucht niet aanneemt; de waarheid is ondergegaan, en uitgeroeid van hun mond.
29 Scheer uw hoofdhaar af, o Jeruzalem! en werp het weg, en verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want de HEERE heeft het geslacht Zijner verbolgenheid verworpen en verlaten.
30 Want de kinderen van Juda hebben gedaan, dat kwaad is in Mijn ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen gesteld in het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen.
31 En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om hun zonen en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen.
32 Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het niet meer zal geheten worden Tofeth, noch dal des zoons van Hinnom, maar moorddal; en zij zullen ze in Tofeth begraven, omdat er geen plaats zal zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.