Jesaja 37:20

20 Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit zijn hand, zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij alleen de HEERE zijt.

Jesaja 37:20 Meaning and Commentary

Isaiah 37:20

Now therefore, O Lord our God, save us from his hand
The hand of the king of Assyria. The Lord had promised that he would and Hezekiah believed he would; but he knew that for this he would be inquired of by him, and he pleads covenant interest, in him, and entreats for salvation upon that account, as well as for the reason following: that all the kingdoms of the earth may know that thou art the Lord,
even thou only;
by doing that which other gods could not do; they could not save the nations that worshipped them from the hand of the Assyrians; if therefore the God of Israel saved his people from them, this would be a proof to all the world that he is God and there is none besides him.

Jesaja 37:20 In-Context

18 Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest;

19 En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.

20 Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit zijn hand, zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij alleen de HEERE zijt.

21 Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia, om te zeggen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Dat gij tot Mij gebeden hebt tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb Ik gehoord.

22 Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.