Joël 2:27

27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.

Joël 2:27 Meaning and Commentary

Joel 2:27

And ye shall know that I [am] in the midst of Israel
The presence of God among his people shall be so manifest, the tokens of it so clear, that it shall be easily known, by the impressions of his love upon them; the teachings of his Spirit in them; the usefulness of the word and ordinances to them; the spiritual and heavenly frame of soul they shall be favoured with, and the savouriness of their conversation; this is the blessing Christ has promised to Gospel ministers and churches, ( Matthew 28:20 ) ; and [that] I [am] the Lord your God, and none else;
that he is their covenant God and Father, and acknowledge none else: and my people shall never be ashamed;
which is repeated for the certainty of it; see ( Joel 2:26 ) .

Joël 2:27 In-Context

25 Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
26 En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid.
27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.