Johannes 7:34

34 Gij zult Mij zoeken, en gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen.

Johannes 7:34 Meaning and Commentary

John 7:34

Ye shall seek me
That is, the Messiah, who he was; meaning, that after his departure they should be in great distress, and be very much on the inquiry after, and solicitous for the coming of the Messiah, to be a Redeemer and Deliverer of them out of their troubles:

and shall not find [me];
no Messiah will appear, no Saviour will be sent, no Redeemer will come to relieve them; they shall inquire, and look for one in vain, as they did.

And where I am, [thither] ye cannot come;
intimating hereby, that not only their temporal estate and condition would be very distressed and miserable, but also their eternal estate; since they should not be able to come where he would be in his human nature, and where he now was as a divine person, namely, in heaven.

Johannes 7:34 In-Context

32 De Farizeen hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en de Farizeen en de overpriesters zonden dienaren, opdat zij Hem grijpen zouden.
33 Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene, Die Mij gezonden heeft.
34 Gij zult Mij zoeken, en gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen.
35 De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren?
36 Wat is dit voor een rede, die Hij gezegd heeft: Gij zult Mij zoeken, en zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.