Jozua 7:20

20 Achan nu antwoordde Jozua, en zeide: Voorwaar, ik heb tegen den HEERE, den God Israels, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan.

Jozua 7:20 Meaning and Commentary

Joshua 7:20

And Achan answered Joshua, and said
He made a free and open confession of his sin:

indeed I have sinned against the Lord God of Israel;
against him who had been so good to Israel in many instances, and particularly in delivering Jericho into their hands in so extraordinary a manner; against a law of his, respecting the spoil of that city, which sin was the more aggravated thereby; and that he had committed the sin he was taken for and charged with, he owns was a true and real fact:

and thus and thus have I done;
such and such things have I taken, and in the manner as follows.

Jozua 7:20 In-Context

18 Welks huisgezin als hij deed aankomen, man voor man, zo werd Achan geraakt, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda.
19 Toen zeide Jozua tot Achan: Mijn zoon! Geef toch den HEERE, den God van Israel, de eer, en doe voor Hem belijdenis; en geef mij toch te kennen, wat gij gedaan hebt, verberg het voor mij niet.
20 Achan nu antwoordde Jozua, en zeide: Voorwaar, ik heb tegen den HEERE, den God Israels, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan.
21 Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze; en zie, zij zijn verborgen in de aarde, in het midden mijner tent, en het zilver daaronder.
22 Toen zond Jozua boden henen, die tot de tent liepen; en ziet, het lag verborgen in zijn tent, en het zilver daaronder.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.