Klaagliederen 2:22

22 Thau. Gij hebt mijn verschrikkingen van rondom geroepen, als tot een dag eens gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen of overgebleven; die ik op de handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht.

Klaagliederen 2:22 Meaning and Commentary

Lamentations 2:22

Thou hast called, as in a solemn day, my terrors round about,
&c.] Terrible enemies, as the Chaldeans; these came at the call of God, as soldiers at the command of their general; and in as great numbers as men from all parts of Judea flocked to Jerusalem on any of the three solemn feasts of passover, pentecost, and tabernacles. The Targum paraphrases it very foreign to the sense;

``thou shall proclaim liberty to thy people, the house of Israel, by the Messiah, as thou didst by Moses and Aaron on the day of the passover:''
so that in the day of the Lord's anger none escaped or remained;
in the city of Jerusalem, and in the land of Judea; either they were put to death, or were carried captive; so that there was scarce an inhabitant to be found, especially after Gedaliah was slain, and the Jews left in the land were carried into Egypt: those that I have swaddled and brought up hath mine enemy consumed;
or "whom I could span", as Broughton; or "handled"; whose limbs she had stroked with her hands, whom she had swathed with bands, and had carried in her arms, and had most carefully and tenderly brought up: by those she had "swaddled" are meant the little ones; and by those she had "brought up" the greater ones, as Aben Ezra observes; but both the enemy, the Chaldeans, consumed and destroyed without mercy, without regard to their tender years, or the manner in which they were brought up; but as if they were nourished like lambs for the day of slaughter.

Klaagliederen 2:22 In-Context

20 Resch. Zie, HEERE, aanschouw toch, aan wien Gij alzo gedaan hebt; zullen dan de vrouwen haar vrucht eten, de kinderkens, die men op de handen draagt? Zullen dan de profeet en de priester in het heiligdom des Heeren gedood worden?
21 Schin. De jongen en de ouden liggen op de aarde op de straten; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn door het zwaard gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood, Gij hebt ze geslacht en niet verschoond.
22 Thau. Gij hebt mijn verschrikkingen van rondom geroepen, als tot een dag eens gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen of overgebleven; die ik op de handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.