Leviticus 13:52

52 Daarom zal hij dat kleed, of die werpte, of dien inslag van wol, of van linnen, of alle vellentuig, waarin die plaag zal zijn, verbranden; want het is een knagende melaatsheid; het zal met vuur verbrand worden.

Leviticus 13:52 Meaning and Commentary

Leviticus 13:52

He shall therefore burn that garment
That there may be no more use of it, nor profit from it; and this was done without the city, as Ben Gersom asserts:

whether in warp or woof, in woollen or in linen, or anything of skin,
wherein the plague is;
all and either of them were to be burnt:

for it [is] a fretting leprosy; (See Gill on Leviticus 13:51):

it shall be burnt in the fire;
which may teach both to hate the garment spotted with the flesh, and to put no trust in and have no dependence on a man's own righteousness, which is as filthy rags, and both are such as shall be burnt, and the loss of them suffered, even when a man himself is saved, yet so as by fire, ( 1 Corinthians 3:15 ) .

Leviticus 13:52 In-Context

50 En de priester zal de plaag bezien; en hij zal hetgeen de plaag heeft, zeven dagen doen opsluiten.
51 Daarna zal hij op den zevenden dag de plaag bezien; zo de plaag uitgespreid is aan het kleed, of aan den scheerdraad, of aan den inslag, of aan het vel, tot wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die plaag is een knagende melaatsheid, het is onrein.
52 Daarom zal hij dat kleed, of die werpte, of dien inslag van wol, of van linnen, of alle vellentuig, waarin die plaag zal zijn, verbranden; want het is een knagende melaatsheid; het zal met vuur verbrand worden.
53 Doch indien de priester zal zien, dat, ziet, de plaag aan het kleed, of aan den scheerdraad, of aan den inslag, of aan enig vellentuig niet uitgespreid is;
54 Zo zal de priester gebieden, dat men hetgeen, waaraan die plaag is, wasse, en hij zal dat andermaal zeven dagen doen opsluiten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.