Lukas 5:25

25 En hij, terstond voor Hem opstaande, en opgenomen hebbende hetgeen, daar hij op gelegen had, ging heen naar zijn huis, God verheerlijkende.

Lukas 5:25 Meaning and Commentary

Luke 5:25

And immediately he rose up before them
As soon as ever these words were spoken by Christ, the man, before sick of the palsy, finding himself perfectly well, got off of his couch, and stood up on his feet before the Scribes and Pharisees, and all the people:

and took up that whereon he lay;
his couch, or bed: and departed to his own house; with it upon his back: "and went to his business", as the Persic version renders it:

glorifying God;
both for the healing of his body, and for the pardon of his sins; each of which he knew none but God could do. This circumstance is only mentioned by Luke, and shows the sense the man had of the great favours bestowed upon him: he glorified God, by ascribing them to his goodness and power; by offering the sacrifice of praise, or giving thanks unto him for them; by publishing them among his neighbours, to the honour of his name; and by living a holy life and conversation, to his glory, under a grateful sense of his kindness: yea, he glorified Jesus Christ as God, who he knew must be God, by forgiving his sins, and curing his disease; he proclaimed his divine power, and ascribed greatness to him; he confessed him as the Messiah, and owned him as his Saviour, and became subject to him as his Lord.

Lukas 5:25 In-Context

23 Wat is lichter te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel?

24 Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte): Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis.

25 En hij, terstond voor Hem opstaande, en opgenomen hebbende hetgeen, daar hij op gelegen had, ging heen naar zijn huis, God verheerlijkende.

26 En ontzetting heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen gezien.

27 En na dezen ging Hij uit, en zag een tollenaar, met name Levi, zitten in het tolhuis, en zeide tot hem: Volg Mij.