Markus 13:28

28 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis; wanneer nu zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.

Markus 13:28 Meaning and Commentary

Mark 13:28

Now learn a parable of the fig tree
Our Lord was now upon the Mount of Olives, in one part of which fig trees grew in great plenty, and one, or more, might be near, and in view; and it was the time of year, the passover being at hand, for its putting forth:

when her branch is yet tender;
and soft and opening, through the sap now in motion:

and putteth forth leaves;
from the branches:

ye know, that summer is near;
from such an appearance on the fig tree; (See Gill on Matthew 24:32).

Markus 13:28 In-Context

26 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid.
27 En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels.
28 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis; wanneer nu zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.
29 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het nabij, voor de deur is.
30 Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.