Mattheüs 14:32

32 En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.

Mattheüs 14:32 Meaning and Commentary

Matthew 14:32

And when they were come into the ship
Christ and Peter. The Arabic and Persic versions, and Munster's Hebrew Gospel read, "when he ascended", or "was come into the ship"; but there is no doubt but Peter went with him into it, though the following effect is only to be ascribed to Christ's coming into the ship, and not to Peter's:

the wind ceased:
from blowing with that fury and violence it did before, and there was a perfect calm; which gave equal proof of the divine power of Christ, as his walking upon the sea: he walked upon the sea whilst the wind was blowing hard, and the waves were tumultuous; he comes into the ship, and all is calm; both winds and sea obey him, who is Lord of both.

Mattheüs 14:32 In-Context

30 Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij!
31 En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld?
32 En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.
33 Die nu in het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!
34 En overgevaren zijnde, kwamen zij in het land Gennesaret.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.