Nehemia 3:4

4 En aan hun hand verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan hun hand verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel; en aan hun hand verbeterde Zadok, zoon van Baena.

Nehemia 3:4 Meaning and Commentary

Nehemiah 3:4

And next unto them repaired Meremoth, the son of Uriah, the son
of Koz
And the men under him; see ( Ezra 8:33 ) , this part of the wall on which they worked was not wholly demolished, only weakened, and therefore did not rebuild it, but repaired and strengthened it, and this phrase is used all along afterwards:

and next unto them repaired Meshullam, the sort of Berechiah, the son
of Meshezabeel: and next unto them repaired Zadok, the son of Baana;
but who they were cannot be said.

Nehemia 3:4 In-Context

2 En aan zijn hand bouwden de mannen van Jericho; ook bouwde aan zijn hand Zacchur, de zoon van Imri.
3 De Vispoort nu bouwden de kinderen van Senaa; zij zolderden die, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.
4 En aan hun hand verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan hun hand verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel; en aan hun hand verbeterde Zadok, zoon van Baena.
5 Voorts aan hun hand verbeterden de Thekoieten; maar hun voortreffelijken brachten hun hals niet tot den dienst huns Heeren.
6 En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.