Nehemia 4:3

3 En Tobia, den Ammoniet, was bij hem, en zeide: Al is het, dat zij bouwen, zo er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren.

Nehemia 4:3 Meaning and Commentary

Nehemiah 4:3

Now Tobiah the Ammonite was by him
Who was one of his brethren he spake before, ( Nehemiah 4:2 ) ,

and he said;
in the like contemptuous and scoffing manner;

even that which they build, if a fox go up, he shall break down their
stone wall;
signifying not only that it was so low that a fox could easily get up to it, or leap over it; but that the materials were so bad, and the work so poorly done, that the weight of a fox would break it down; of which creatures many were thereabout, since Jerusalem was desolate, see ( 5:18 ) .

Nehemia 4:3 In-Context

1 Maar het geschiedde, als Sanballat gehoord had, dat wij den muur bouwden, zo ontstak hij, en werd zeer toornig; en hij bespotte de Joden.
2 En sprak in de tegenwoordigheid zijner broederen en van het heir van Samaria, en zeide: Wat doen deze amechtige Joden? Zal men hen laten geworden? Zullen zij offeren? Zullen zij het in een dag voleinden? Zullen zij de steentjes uit de stofhopen levend maken, daar zij verbrand zijn?
3 En Tobia, den Ammoniet, was bij hem, en zeide: Al is het, dat zij bouwen, zo er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren.
4 Hoor, o onze God! dat wij zeer veracht zijn, en keer hun versmaadheid weder op hun hoofd, en geef hen over tot een roof in een land der gevangenis.
5 En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij hebben U getergd, staande tegenover de bouwlieden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.