Numberi 18:15

15 Al wat de baarmoeder opent, van alle vlees, dat zij den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe zijn; doch de eerstgeborenen der mensen zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen der onreine beesten.

Numberi 18:15 Meaning and Commentary

Numbers 18:15

Every thing that openeth the matrix in all flesh
The firstborn of every creature:

which they bring unto the Lord;
as they were obliged, he claiming it as his own, ( Exodus 13:2 ) ;

[whether it be] of men or beasts, shall be thine;
every firstborn of either, being the Lord's, became the priest's by his gift:

nevertheless, the firstborn of man shalt thou surely redeem;
that is, take the redemption price for it, which was five shekels, as in ( Numbers 18:16 ) ; for the original proprietor was, strictly speaking, the redeemer, and paid the money, and the priest was the receiver, to whom it was paid; see ( Exodus 13:13 ) ;

and the firstlings of unclean beasts shall thou redeem;
with lambs, as an ass, which is put for unclean beasts, is ordered to be redeemed with a lamb, or its neck to be broken, ( Exodus 13:13 ) ; the Africans, the shepherds among them, as Herodotus relates F11, of their firstlings they cut off the ear of the beast and throw it over a house, and then turn its neck back, for they worship only the sun and moon; which seems to be an imitation of this law.


FOOTNOTES:

F11 Melpomene, sive, l. 4. c. 188.

Numberi 18:15 In-Context

13 De eerste vruchten van alles, wat in hun land is, die zij den HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie in uw huis rein is, zal dat eten.
14 Al het verbannene in Israel zal het uwe zijn.
15 Al wat de baarmoeder opent, van alle vlees, dat zij den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het uwe zijn; doch de eerstgeborenen der mensen zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen der onreine beesten.
16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult gij van een maand oud lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera.
17 Maar het eerstgeborene van een koe, of het eerstgeborene van een schaap, of het eerstgeborene van een geit zult gij niet lossen, zij zijn heilig; hun bloed zult gij sprengen op het altaar, en hun ver zult gij aansteken, tot een vuuroffer van liefelijken reuk den HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.