Numberi 32:31

31 En de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben antwoordden, zeggende: Wat de HEERE tot uw knechten gesproken heeft, zullen wij alzo doen.

Numberi 32:31 Meaning and Commentary

Numbers 32:31

And the children of Gad and the children of Reuben answered,
&c.], The word is in the singular number, and shows their unanimity, that they agreed to what Moses said, and replied all of them as one man, as Jarchi expresses it; and it may be there was one that was the mouth of them all, and answered for them:

saying, as the Lord hath said unto thy servants, so will we do;
here they make use of the word Jehovah, taking what Moses had said unto them as from the Lord, and therefore should strictly and punctually observe it, as if they heard the Lord himself speak it.

Numberi 32:31 In-Context

29 En Mozes zeide tot hen: Indien de kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, met ulieden over de Jordaan zullen trekken, een ieder, die toegerust is ten oorlog, voor het aangezicht des HEEREN, als het land voor uw aangezicht zal ten ondergebracht zijn; zo zult gij hun het land Gilead ter bezitting geven.
30 Maar indien zij niet toegerust met u zullen overtrekken, zo zullen zij tot bezitters gesteld worden in het midden van ulieden in het land Kanaan.
31 En de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben antwoordden, zeggende: Wat de HEERE tot uw knechten gesproken heeft, zullen wij alzo doen.
32 Wij zullen toegerust overtrekken voor het aangezicht des HEEREN naar het land Kanaan; en de bezitting onzer erfenis zullen wij hebben aan deze zijde van de Jordaan.
33 Alzo gaf Mozes hunlieden, den kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, en den halven stam van Manasse, den zoon van Jozef, het koninkrijk van Sihon, koning der Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning van Bazan; het land met de steden van hetzelve in de landpalen, de steden des lands rondom.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.