Numberi 35:8

8 De steden, die gij van de bezitting der kinderen Israels geven zult, zult gij van dien, die vele heeft, vele nemen, en van dien, die weinig heeft, weinige nemen; een ieder zal naar zijn erfenis, die zij zullen erven, van zijn steden aan de Levieten geven.

Numberi 35:8 Meaning and Commentary

Numbers 35:8

And the cities which ye shall give shall be of the possession
of the children of Israel
What shall fall by lot for their inheritance, and they shall be possessed of; and though they are, shall not refuse, nor grudge to give them, according to the direction of God, whose the land is, they holding it under him:

from [them that have] many ye shall give many, but from [them that
have] few ye shall give few;
which rule was observed; for out of Judah, whose lot was large, and out of Simeon, whose inheritance was within that of Judah, because it was so large, nine cities were given, whereas out of the other tribes only four cities out of each were given, and out of one of them but three, see ( Joshua 21:1-45 ) ,

everyone shall give of his cities unto the Levites, according to his
inheritance which he inheriteth;
and the Levites, being thus dispersed among the several tribes, were of great advantage to them, to instruct them in the knowledge of divine things; so that though hereby Jacob's curse on this tribe had its fulfilment, that it should be divided in Jacob, and scattered in Israel, yet that became a blessing to the rest of the tribes; see ( Genesis 49:7 ) .

Numberi 35:8 In-Context

6 De steden nu, die gij aan de Levieten zult geven, zullen zijn zes vrijsteden, die gij geven zult, opdat de doodslager daarheen vliede; en boven dezelve zult gij hun twee en veertig steden geven.
7 Al de steden, die gij aan de Levieten geven zult, zullen zijn acht en veertig steden, deze met haar voorsteden.
8 De steden, die gij van de bezitting der kinderen Israels geven zult, zult gij van dien, die vele heeft, vele nemen, en van dien, die weinig heeft, weinige nemen; een ieder zal naar zijn erfenis, die zij zullen erven, van zijn steden aan de Levieten geven.
9 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
10 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij over de Jordaan gaat naar het land Kanaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.