Prediker 5:19

19 Want hij zal niet veel gedenken aan de dagen zijns levens, dewijl hem God hem verhoort in de blijdschap zijns harten.

Prediker 5:19 Meaning and Commentary

Ecclesiastes 5:19

Every man also to whom God hath given riches and wealth
Which include the whole of a man's substance; all his estate, personal and real; and all his goods and possessions, movable and immovable, as gold, silver, cattle, fields, and farms; which are all the gift of God, by whatsoever means they may be acquired or possessed; and hath given him power;
or, "caused him to have dominion" F18, over his wealth and riches, and not be a slave to them, as many are: but to have so much command of them and of himself, as to eat thereof;
comfortably enjoy them; and dispose of them to his own good, the good of others, and the glory of God. It follows, and to take his portion;
which God hath allotted him; to take it thankfully, and use it freely and comfortably; and to rejoice in his labour;
in the things he has been labouring for, in a cheerful use of them; blessing God for them, and taking the comfort of them; this [is] the gift of God;
to have such power over his substance, and not be a slave to it, and to enjoy the fruits of his labour, in a cheerful and comfortable manner; this is as much the gift of God as riches themselves F19.


FOOTNOTES:

F18 (wjylvh) "eumque dominari eum fecerit", Tigurine version; "imperare fecit eum", Gejerus; "dominari eum fecerit", Rambachius.
F19 "Di tibi divitias dederunt, artemque fruendi", Horat. Ep. l. 1. Ep. 4. v. 7.

Prediker 5:19 In-Context

17 Ziet, wat ik gezien heb, een goede zaak, die schoon is: te eten en te drinken, en te genieten het goede van al zijn arbeid, die hij bearbeid heeft onder de zon, gedurende het getal der dagen zijns levens, hetwelk God hem geeft; want dat is zijn deel.
18 Ook een iegelijk mens, aan denwelken God rijkdom en goederen gegeven heeft, en Hij geeft hem de macht, om daarvan te eten, en om zijn deel te nemen, en om zich te verheugen van zijn arbeid, datzelve is een gave van God.
19 Want hij zal niet veel gedenken aan de dagen zijns levens, dewijl hem God hem verhoort in de blijdschap zijns harten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.