Psalmen 109:12

12 Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid over hem uitstrekke, en dat er niemand zij, die zijn wezen genadig zij.

Psalmen 109:12 Meaning and Commentary

Psalms 109:12

Let there be none to extend mercy unto him
No pity is ever expressed at hearing or reading the sad case of Judas; and though the Jews were pitied of those that carried them captive to Babylon, ( Psalms 106:46 ) , yet, in their last destruction by the Romans, no mercy was shown them; the wrath of God and man came upon them to the uttermost, ( 1 Thessalonians 2:16 ) .

Neither let there be any to favour his fatherless children:
to bestow any benefit upon them; to relieve their wants, nor to protect their persons; no more respect shown them than to their father, being shunned and hated for their father's sake.

Psalmen 109:12 In-Context

10 En dat zijn kinderen hier en daar omzwerven, en bedelen, en de nooddruft uit hun verwoeste plaatsen zoeken.

11 Dat de schuldeiser aansla al wat hij heeft, en dat de vreemden zijn arbeid roven.

12 Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid over hem uitstrekke, en dat er niemand zij, die zijn wezen genadig zij.

13 Dat zijn nakomelingen uitgeroeid worden; hun naam worde uitgedelgd in het andere geslacht.

14 De ongerechtigheid zijner vaderen worde gedacht bij den HEERE, en de zonde zijner moeder worde niet uitgedelgd.