Psalmen 13:5

5 Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn tegenpartijders zich verheugen, wanneer ik zou wankelen.

Psalmen 13:5 Meaning and Commentary

Psalms 13:5

But I have trusted in thy mercy
The faith, hope, and comfort of the psalmist grew and increased by prayer; from complaining he goes to praying, from praying to believing; he trusted not in himself, not in his own heart, nor in his own righteousness and merits, but in the mercy of God; and not in the bare absolute mercy of God, but in the grace and goodness of God, as the word F24 here used signifies, as it is displayed in the plenteous redemption which is by Christ; which is a sufficient ground of faith and hope; see ( Psalms 130:7 ) ;

my heart shall rejoice in thy salvation;
which God is the contriver, author, and giver of, and in which the glory of his perfections is so greatly displayed: and a true believer rejoices more on account that God is glorified by it than because of his own interest in it; and this joy is an inward one, it is joy in the heart, and is real and unfeigned, and is what continues, and will be felt and expressed both here and hereafter.


FOOTNOTES:

F24 (Kdoxb) "in bonitate tua", Vatablus; "in benignitate tua", Junius & Tremellius, Piscator; "in benignissima voluntate tua", Gejerus.

Psalmen 13:5 In-Context

3 Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in mijn ziel, droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand over mij verhoogd zijn?
4 Aanschouw, verhoor mij, HEERE, mijn God; verlicht mijn ogen, opdat ik in de dood niet ontslape;
5 Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn tegenpartijders zich verheugen, wanneer ik zou wankelen.
6 Maar ik vertrouw op Uw goedertierenheid; mijn hart zal zich verheugen in Uw heil; ik zal den HEERE zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.