Psalmen 78:55

55 En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.

Psalmen 78:55 Meaning and Commentary

Psalms 78:55

He cast out the Heathen also before them
The seven nations, the Hittites, Girgashites, Amorites, Canaanites, Perizzites, Hivites, and Jebusites, ( Deuteronomy 7:1 )

and divided them an inheritance by line:
the land of Canaan was divided among the nine tribes and a half by Joshua, the other two and a half having had their portion assigned them on the other side; this distribution was made very exactly by lot, by line, and measure, so that every tribe had their proper portion and inheritance; see ( Joshua 13:6-8 Joshua 13:32 ) ( 14:1-5 ) ,

and made the tribes of Israel to dwell in their tents;
in the cities, towns, villages, and houses of the Heathen cast out before them.

Psalmen 78:55 In-Context

53 Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want de zee had hun vijanden overdekt.
54 En Hij bracht hen tot de landpale Zijner heiligheid, tot dezen berg, dien Zijn rechterhand verkregen heeft.
55 En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.
56 Maar zij verzochten en verbitterden God, den Allerhoogste, en onderhielden Zijn getuigenissen niet.
57 En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun vaders; zij zijn omgekeerd, als een bedriegelijke boog.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.