Richtere 1:9

9 En daarna waren de kinderen van Juda afgetogen, om te krijgen tegen de Kanaanieten, wonende in het gebergte, en in het zuiden, en in de laagte.

Richtere 1:9 Meaning and Commentary

Judges 1:9

And afterwards the children of Judah
After the taking of Bezek, and the king of it, having him to Jerusalem, where he died: they

went down;
from Jerusalem; which was on high ground:

to fight against the Canaanites that dwelt in the mountain, and in the
south, and in the valley;
into which several parts the lot of the tribe of Judah was divided; in each of which they had cities, and some, as it seems, yet unsubdued, and in the hands of the Canaanites; of these several parts, and the cities in them, see ( Joshua 15:21 Joshua 15:33 Joshua 15:48 ) .

Richtere 1:9 In-Context

7 Toen zeide Adoni-Bezek: Zeventig koningen, met afgehouwen duimen van hun handen en van hun voeten, waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende; gelijk als ik gedaan heb, alzo heeft mij God vergolden! En zij brachten hem te Jeruzalem, en hij stierf aldaar.
8 Want de kinderen van Juda hadden tegen Jeruzalem gestreden, en hadden haar ingenomen, en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden de stad in het vuur gezet.
9 En daarna waren de kinderen van Juda afgetogen, om te krijgen tegen de Kanaanieten, wonende in het gebergte, en in het zuiden, en in de laagte.
10 En Juda was heengetogen tegen de Kanaanieten, die te Hebron woonden (de naam nu van Hebron was tevoren Kirjath-Arba), en zij sloegen Sesai, en Ahiman, en Thalmai.
11 En van daar was hij heengetogen tegen de inwoners van Debir; de naam nu van Debir was te voren Kirjath-Sefer.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.