Richtere 19:9

9 Toen maakte de man zich op, om weg te trekken, hij, en zijn bijwijf, en zijn jongen; en zijn schoonvader, de vader van de jonge vrouw, zeide: Zie toch, de dag heeft afgenomen, dat het avond zal worden, vernacht toch; zie, de dag legert zich, vernacht hier, en laat uw hart vrolijk zijn, en maak u morgen vroeg op uws weegs, en ga naar uw tent.

Richtere 19:9 Meaning and Commentary

Judges 19:9

And when the man rose up to depart, he and his concubine, and
his servant
Rose up from table, having comfortably refreshed themselves:

his father in law, the damsel's father, said unto him, behold, now the
day draweth towards evening;
or is "remiss", or "weak" F14; that is, the heat, light, and strength of the sun abated, and became weaker and more remiss, as it does the more it declines, and is nearer setting:

I pray you tarry all night;
suggesting, it was a very improper time to set out in on a journey:

behold, the day groweth to an end;
or "behold, it is the encampment of the day" F15, when the day or sun seems to be pitching its tent, and going to rest; or it being the time when an army on the march stops and pitches their tents, in order to continue all night; or when men go to their tents and habitations, and lie down and take their rest:

lodge here, that thine heart may be merry;
and let us have another pleasant evening together, which cannot be had in an inn upon the road; you cannot be comfortable there, as here, and therefore be persuaded to stay, since it is not possible to get home tonight:

and tomorrow get you early on your way, that thou mayest go home;
to thy city, as the Targum; signifying, that he should not insist upon their staying any longer, and then they might set out on their journey as soon as they pleased.


FOOTNOTES:

F14 (hpr) "debilitata est", Pagninus, Vatablus; "remissus est", Junius & Tremellius.
F15 (Mwyh twnh) "castrametatio diei", Drusius.

Richtere 19:9 In-Context

7 Maar de man stond op, om weg te trekken. Toen drong hem zijn schoonvader, dat hij aldaar wederom vernachtte.
8 Als hij op den vijfden dag des morgens vroeg op was, om weg te trekken, zo zeide de vader van de jonge vrouw: Sterk toch uw hart. En zij vertoefden, totdat de dag zich neigde; en zij beiden aten te zamen.
9 Toen maakte de man zich op, om weg te trekken, hij, en zijn bijwijf, en zijn jongen; en zijn schoonvader, de vader van de jonge vrouw, zeide: Zie toch, de dag heeft afgenomen, dat het avond zal worden, vernacht toch; zie, de dag legert zich, vernacht hier, en laat uw hart vrolijk zijn, en maak u morgen vroeg op uws weegs, en ga naar uw tent.
10 Doch de man wilde niet vernachten, maar stond op, en trok weg, en kwam tot tegenover Jebus (dewelke is Jeruzalem), en met hem het paar gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem.
11 Als zij nu bij Jebus waren, zo was de dag zeer gedaald; en de jongen zeide tot zijn heer: Trek toch voort, en laat ons in deze stad der Jebusieten wijken, en daarin vernachten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.