Richtere 8:10

10 Zebah nu en Tsalmuna waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien duizend, al de overgeblevenen van het ganse leger der kinderen van het oosten; en de gevallenen waren honderd en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken.

Richtere 8:10 Meaning and Commentary

Judges 8:10

Now Zebah and Zalmunna were in Karkor.
&c.] Jerom F21 under this word says, there was in his time a castle called Carcuria, a day's journey from Petra, which was the metropolis of Idumea; but whether the same with this is not clear:

and their host with them, about fifteen thousand men;
to which number Gideon and his three hundred men were very unequal; and yet, faint and weary as they were, closely pursued them, attacked and conquered them. Josephus F23 very wrongly makes this number to be about 18,000:

all that were left of the hosts of the children of the east;
the Arabians, who with the Amalekites joined the Midianites in this expedition; and perhaps the remainder of the army chiefly consisted of Arabians, the others having mostly suffered in the valley of Jezreel, and at the fords of Jordan:

for there fell an hundred and twenty thousand men that drew sword;
besides infirm men, women, and children, which may reasonably be supposed; so that this host consisted of 135,000 fighting men.


FOOTNOTES:

F21 De loc. Heb. fol. 90. B.
F23 Antiqu. l. 5. c. 6. sect. 5.

Richtere 8:10 In-Context

8 En hij toog van daar op naar Pnuel, en sprak tot hen desgelijks. En de lieden van Pnuel antwoordden hem, gelijk als de lieden van Sukkoth geantwoord hadden.
9 Daarom sprak hij ook tot de lieden van Pnuel, zeggende: Als ik met vrede wederkome, zal ik deze toren afwerpen.
10 Zebah nu en Tsalmuna waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien duizend, al de overgeblevenen van het ganse leger der kinderen van het oosten; en de gevallenen waren honderd en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken.
11 En Gideon toog opwaarts, den weg dergenen, die in tenten wonen, tegen het oosten van Nobah en Jogbeha; en hij sloeg dat leger, want het leger was zorgeloos.
12 En Zebah en Tsalmuna vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen der Midianieten, Zebah en Tsalmuna, en verschrikte het ganse leger.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.