Parallel Bible results for "hebreeen 10:19-39"

Hebreeën 10:19-39

SVV

NIV

19 Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
19 Therefore, brothers and sisters, since we have confidence to enter the Most Holy Place by the blood of Jesus,
20 Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;
20 by a new and living way opened for us through the curtain, that is, his body,
21 En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;
21 and since we have a great priest over the house of God,
22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
22 let us draw near to God with a sincere heart and with the full assurance that faith brings, having our hearts sprinkled to cleanse us from a guilty conscience and having our bodies washed with pure water.
23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);
23 Let us hold unswervingly to the hope we profess, for he who promised is faithful.
24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
24 And let us consider how we may spur one another on toward love and good deeds,
25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
25 not giving up meeting together, as some are in the habit of doing, but encouraging one another—and all the more as you see the Day approaching.
26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
26 If we deliberately keep on sinning after we have received the knowledge of the truth, no sacrifice for sins is left,
27 Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
27 but only a fearful expectation of judgment and of raging fire that will consume the enemies of God.
28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
28 Anyone who rejected the law of Moses died without mercy on the testimony of two or three witnesses.
29 Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
29 How much more severely do you think someone deserves to be punished who has trampled the Son of God underfoot, who has treated as an unholy thing the blood of the covenant that sanctified them, and who has insulted the Spirit of grace?
30 Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen.
30 For we know him who said, “It is mine to avenge; I will repay,” and again, “The Lord will judge his people.”
31 Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.
31 It is a dreadful thing to fall into the hands of the living God.
32 Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd des lijdens hebt verdragen.
32 Remember those earlier days after you had received the light, when you endured in a great conflict full of suffering.
33 Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met degenen, die alzo behandeld werden.
33 Sometimes you were publicly exposed to insult and persecution; at other times you stood side by side with those who were so treated.
34 Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen.
34 You suffered along with those in prison and joyfully accepted the confiscation of your property, because you knew that you yourselves had better and lasting possessions.
35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
35 So do not throw away your confidence; it will be richly rewarded.
36 Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen;
36 You need to persevere so that when you have done the will of God, you will receive what he has promised.
37 Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.
37 For, “In just a little while, he who is coming will come and will not delay.”
38 Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
38 And, “But my righteous one will live by faith. And I take no pleasure in the one who shrinks back.”
39 Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.
39 But we do not belong to those who shrink back and are destroyed, but to those who have faith and are saved.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.