Parallel Bible results for "lukas 4:1-30"

Lukas 4:1-30

SVV

NIV

1 En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn;
1 Jesus, full of the Holy Spirit, left the Jordan and was led by the Spirit into the wilderness,
2 En werd veertig dagen verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste.
2 where for forty days he was tempted by the devil. He ate nothing during those days, and at the end of them he was hungry.
3 En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde.
3 The devil said to him, “If you are the Son of God, tell this stone to become bread.”
4 En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.
4 Jesus answered, “It is written: ‘Man shall not live on bread alone.’”
5 En als Hem de duivel geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds.
5 The devil led him up to a high place and showed him in an instant all the kingdoms of the world.
6 En de duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven, en ik geef ze, wien ik ook wil;
6 And he said to him, “I will give you all their authority and splendor; it has been given to me, and I can give it to anyone I want to.
7 Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.
7 If you worship me, it will all be yours.”
8 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen.
8 Jesus answered, “It is written: ‘Worship the Lord your God and serve him only.’”
9 En hij leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts;
9 The devil led him to Jerusalem and had him stand on the highest point of the temple. “If you are the Son of God,” he said, “throw yourself down from here.
10 Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, dat zij U bewaren zullen;
10 For it is written: “ ‘He will command his angels concerning you to guard you carefully;
11 En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.
11 they will lift you up in their hands, so that you will not strike your foot against a stone.’ ”
12 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.
12 Jesus answered, “It is said: ‘Do not put the Lord your God to the test.’”
13 En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd.
13 When the devil had finished all this tempting, he left him until an opportune time.
14 En Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land.
14 Jesus returned to Galilee in the power of the Spirit, and news about him spread through the whole countryside.
15 En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen.
15 He was teaching in their synagogues, and everyone praised him.
16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen.
16 He went to Nazareth, where he had been brought up, and on the Sabbath day he went into the synagogue, as was his custom. He stood up to read,
17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was;
17 and the scroll of the prophet Isaiah was handed to him. Unrolling it, he found the place where it is written:
18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
18 “The Spirit of the Lord is on me,because he has anointed meto proclaim good news to the poor.He has sent me to proclaim freedom for the prisonersand recovery of sight for the blind,to set the oppressed free,
19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.
19 to proclaim the year of the Lord’s favor.”
20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.
20 Then he rolled up the scroll, gave it back to the attendant and sat down. The eyes of everyone in the synagogue were fastened on him.
21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.
21 He began by saying to them, “Today this scripture is fulfilled in your hearing.”
22 En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?
22 All spoke well of him and were amazed at the gracious words that came from his lips. “Isn’t this Joseph’s son?” they asked.
23 En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland.
23 Jesus said to them, “Surely you will quote this proverb to me: ‘Physician, heal yourself!’ And you will tell me, ‘Do here in your hometown what we have heard that you did in Capernaum.’ ”
24 En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland.
24 “Truly I tell you,” he continued, “no prophet is accepted in his hometown.
25 Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land.
25 I assure you that there were many widows in Israel in Elijah’s time, when the sky was shut for three and a half years and there was a severe famine throughout the land.
26 En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was.
26 Yet Elijah was not sent to any of them, but to a widow in Zarephath in the region of Sidon.
27 En er waren vele melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier.
27 And there were many in Israel with leprosyin the time of Elisha the prophet, yet not one of them was cleansed—only Naaman the Syrian.”
28 En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden.
28 All the people in the synagogue were furious when they heard this.
29 En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen.
29 They got up, drove him out of the town, and took him to the brow of the hill on which the town was built, in order to throw him off the cliff.
30 Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.
30 But he walked right through the crowd and went on his way.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.