Parallel Bible results for "markus 13:21-37"

Markus 13:21-37

SVV

NIV

21 En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet.
21 At that time if anyone says to you, ‘Look, here is the Messiah!’ or, ‘Look, there he is!’ do not believe it.
22 Want er zullen valse christussen, en valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen.
22 For false messiahs and false prophets will appear and perform signs and wonders to deceive, if possible, even the elect.
23 Maar gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd!
23 So be on your guard; I have told you everything ahead of time.
24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven.
24 “But in those days, following that distress, “ ‘the sun will be darkened, and the moon will not give its light;
25 En de sterren des hemels zulen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen zijn, zullen bewogen worden.
25 the stars will fall from the sky, and the heavenly bodies will be shaken.’
26 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid.
26 “At that time people will see the Son of Man coming in clouds with great power and glory.
27 En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels.
27 And he will send his angels and gather his elect from the four winds, from the ends of the earth to the ends of the heavens.
28 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis; wanneer nu zijn tak teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.
28 “Now learn this lesson from the fig tree: As soon as its twigs get tender and its leaves come out, you know that summer is near.
29 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het nabij, voor de deur is.
29 Even so, when you see these things happening, you know that itis near, right at the door.
30 Voorwaar, Ik zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
30 Truly I tell you, this generation will certainly not pass away until all these things have happened.
31 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan; maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
31 Heaven and earth will pass away, but my words will never pass away.
32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
32 “But about that day or hour no one knows, not even the angels in heaven, nor the Son, but only the Father.
33 Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is.
33 Be on guard! Be alert! You do not know when that time will come.
34 Gelijk een mens, buitenslands reizende, zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk, en den deurwachter gebood, dat hij zou waken;
34 It’s like a man going away: He leaves his house and puts his servants in charge, each with their assigned task, and tells the one at the door to keep watch.
35 Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den morgenstond);
35 “Therefore keep watch because you do not know when the owner of the house will come back—whether in the evening, or at midnight, or when the rooster crows, or at dawn.
36 Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde.
36 If he comes suddenly, do not let him find you sleeping.
37 En hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt.
37 What I say to you, I say to everyone: ‘Watch!’ ”
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.