Parallel Bible results for "mattheus 10:21-42"

Mattheüs 10:21-42

SVV

NIV

21 En de ene broeder zal den anderen broeder overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden.
21 “Brother will betray brother to death, and a father his child; children will rebel against their parents and have them put to death.
22 En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden.
22 You will be hated by everyone because of me, but the one who stands firm to the end will be saved.
23 Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.
23 When you are persecuted in one place, flee to another. Truly I tell you, you will not finish going through the towns of Israel before the Son of Man comes.
24 De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.
24 “The student is not above the teacher, nor a servant above his master.
25 Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!
25 It is enough for students to be like their teachers, and servants like their masters. If the head of the house has been called Beelzebul, how much more the members of his household!
26 Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden.
26 “So do not be afraid of them, for there is nothing concealed that will not be disclosed, or hidden that will not be made known.
27 Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken.
27 What I tell you in the dark, speak in the daylight; what is whispered in your ear, proclaim from the roofs.
28 En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.
28 Do not be afraid of those who kill the body but cannot kill the soul. Rather, be afraid of the One who can destroy both soul and body in hell.
29 Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
29 Are not two sparrows sold for a penny? Yet not one of them will fall to the ground outside your Father’s care.
30 En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld.
30 And even the very hairs of your head are all numbered.
31 Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.
31 So don’t be afraid; you are worth more than many sparrows.
32 Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
32 “Whoever acknowledges me before others, I will also acknowledge before my Father in heaven.
33 Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
33 But whoever disowns me before others, I will disown before my Father in heaven.
34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
34 “Do not suppose that I have come to bring peace to the earth. I did not come to bring peace, but a sword.
35 Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder.
35 For I have come to turn “ ‘a man against his father, a daughter against her mother, a daughter-in-law against her mother-in-law—
36 En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn.
36 a man’s enemies will be the members of his own household.’
37 Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.
37 “Anyone who loves their father or mother more than me is not worthy of me; anyone who loves their son or daughter more than me is not worthy of me.
38 En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
38 Whoever does not take up their cross and follow me is not worthy of me.
39 Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.
39 Whoever finds their life will lose it, and whoever loses their life for my sake will find it.
40 Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.
40 “Anyone who welcomes you welcomes me, and anyone who welcomes me welcomes the one who sent me.
41 Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen.
41 Whoever welcomes a prophet as a prophet will receive a prophet’s reward, and whoever welcomes a righteous person as a righteous person will receive a righteous person’s reward.
42 En zo wie een van deze kleinen te drinken geeft alleenlijk een beker koud water, in den naam eens discipels, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.
42 And if anyone gives even a cup of cold water to one of these little ones who is my disciple, truly I tell you, that person will certainly not lose their reward.”
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.