Exodus 36:3-13

3 Zij dan namen van voor het aangezicht van Mozes het ganse hefoffer, hetwelk de kinderen Israels gebracht hadden, tot het werk van den dienst des heiligdoms, om dat te maken; doch zij brachten tot hem nog allen morgen vrijwillig offer.
4 Derhalve kwamen alle wijzen, die al het werk des heiligdoms maakten, ieder man van zijn werk, hetwelk zij maakten;
5 En zij spraken tot Mozes, zeggende: Het volk brengt te veel, meer dan genoeg is ten dienste des werks, hetwelk de HEERE te maken geboden heeft.
6 Toen gebood Mozes, dat men een stem zoude laten gaan door het leger, zeggende: Man noch vrouw make geen werk meer ten hefoffer des heiligdoms! Alzo werd het volk teruggehouden van meer te brengen.
7 Want der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te maken was; ja, er was over.
8 Alzo maakte een ieder wijze van hart, onder degenen, die het werk maakten, den tabernakel van tien gordijnen, van getweernd fijn linnen, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken met cherubim; van het allerkunstelijkste werk maakte hij ze.
9 De lengte ener gordijn was van acht en twintig ellen, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen hadden een maat.
10 En hij voegde vijf gordijnen, de ene aan de andere; en hij voegde andere vijf gordijnen, de ene aan de andere.
11 Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw aan den kant ener gordijn, aan het uiterste in de samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der tweede samenvoegende gordijn.
12 Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn, en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der gordijn; dat aan de tweede samenvoegende was; deze striklisjes vatten de ene aan de andere.
13 Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, en voegde de gordijnen samen, de ene aan de andere, met deze haakjes, dat het een tabernakel werd.

Exodus 36:3-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 36

Bezaleel and Aholiab, with the artificers under them, having a call as well as qualifications for the service of the sanctuary, and having received from Moses the materials for it, set about it, Ex 36:1-3 but the people bringing more than was necessary, they acquaint Moses with it, who by a proclamation restrained from it, Ex 36:4-7 and next an account is given of the several things that were wrought by them, as first the curtains for the tabernacle, both of linen and goats' hair, and the coverings of them, Ex 36:8-19 next the boards for the tabernacle, and the sockets they were set in, and the bars for the boards, Ex 36:20-34 and then the vail which parted the most holy place from the holy place, and the hanging which divided between the holy place and the court, Ex 36:35-38.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.