Nehemia 7:1-3

1 Voorts geschiedde het, als de muur gebouwd was, dat ik de deuren oprichtte, en de poortiers, en de zangers, en de Levieten werden besteld.
2 En ik gaf bevel aan mijn broeder Hanani, en aan Hananja, den overste van den burg te Jeruzalem, want hij was als een man van getrouwheid, en godvrezende boven velen.
3 En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.

Nehemia 7:1-3 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NEHEMIAH 7

Nehemiah having built the wall, and set up the doors, appointed two persons to take the charge of the city, and set watches for the safety of it, and to take special care about opening and shutting the gates of it, Ne 7:1-3, and concerned he was for the peopling of it, and having found a register of the first comers to it, gives their names, Ne 7:4-69 and some account of the freewill offerings made for the work they came about, Ne 7:70-73.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.