Jesaja 18:1-6

1 Wee het land, dat schaduwachtig is aan de frontieren, dat aan de zijde der rivieren van Morenland is;
2 Dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat henen, gij snelle boden! tot een volk, dat getrokken is en geplukt, tot een volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de rivieren beroven.
3 Allen gij ingezetenen der wereld, en gij inwoners der aarde! als men de banier zal oprichten op de bergen, zult gijlieden het zien, en als de bazuin zal blazen, zult gijlieden het horen.
4 Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ik zal stil zijn, en zien in Mijn woning, als de glinsterende hitte op den regen, als een wolk des dauws in de hitte des oogstes;
5 Want voor den oogst, als de botte volkomen is, en de onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en de takken wegdoen, en afkappen.
6 Zij zullen te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren.

Jesaja 18:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 18

This chapter is a prophecy of the desolation of a land or country, described by the wings with which it was shaded, and by the rivers by which it was situated, Isa 18:1 by its messengers and message to another nation, which is also described, Isa 18:2 all the nations of the world are called upon to observe the judgment about to be inflicted on it, Isa 18:3 and a promise is made, that at the same time God will take up his rest and dwelling among his own people, and refresh and protect them, Isa 18:4 and the time, and manner, and nature of the destruction of the people before threatened, are metaphorically expressed, Isa 18:5,6 and the issue of all will be the glory of God, since these people will be brought, in after times, as a present to him in Mount Zion, Isa 18:7.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.