1
En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea,
2
En zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
3
Want deze is het, van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht!
4
En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honig.
5
Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan;
6
En werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden.