Richtere 8:29-35

29 En Jerubbaal, de zoon van Joas, ging henen en woonde in zijn huis.
30 Gideon nu had zeventig zonen, die uit zijn heupe voortgekomen waren; want hij had vele vrouwen.
31 En zijn bijwijf, hetwelk te Sichem was, baarde hem ook een zoon; en hij noemde zijn naam Abimelech.
32 En Gideon, de zoon van Joas, stierf in goeden ouderdom; en hij werd begraven in het graf van zijn vader Joas, te Ofra, des Abi-ezriets.
33 En het geschiedde, als Gideon gestorven was, dat de kinderen Israels zich omkeerden, en de Baals nahoereerden; en zij stelden zich Baal-Berith tot een God.
34 En de kinderen Israels dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom.
35 En zij deden geen weldadigheid bij het huis van Jerubbaal, dat is Gideon, naar al het goede, dat hij bij Israel gedaan had.

Richtere 8:29-35 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JUDGES 8

In this chapter we are told how Gideon pacified the Ephraimites, who complained because they were not sent unto to fight the Midianites, Jud 8:1-3 how he pursued the Midianites, until he took their two kings, and on his return chastised the men of Succoth and Penuel, because they refused to relieve his men with food as they were pursuing, Jud 8:4-17 how he slew the two kings of Midian, Jud 8:18-21 and after this conquest refused to take the government of Israel when offered him, Jud 8:22,23 how he requested of the Israelites the earrings they had taken from the Midianites, with which he in weakness made an ephod, which proved a snare to his house, Jud 8:24-27 how that the people were in peace forty years during his life, and that he had a numerous issue, and died in a good old age, Jud 8:28-32 but that after his death the Israelites fell into idolatry, and were ungrateful to his family, Jud 8:33-35.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.