1 Koningen 11:35

35 Maar uit de hand zijns zoons zal Ik het koninkrijk nemen; en Ik zal u daarvan tien stammen geven.

1 Koningen 11:35 Meaning and Commentary

1 Kings 11:35

But I will take the kingdom out of his son's hand
All but the tribes of Judah and Benjamin:

and will give it unto thee, even ten tribes:
signified by ten pieces of the rent garment he had given him, ( 1 Kings 11:31 ) .

1 Koningen 11:35 In-Context

33 Daarom dat zij Mij verlaten, en zich nedergebogen hebben voor Astoreth, den god der Sidoniers, Kamos, den god der Moabieten, en Milchom, den god der kinderen Ammons; en niet gewandeld hebben in Mijn wegen, om te doen wat recht is in Mijn ogen, te weten Mijn inzettingen en Mijn rechten; gelijk zijn vader David.
34 Doch niets van dit koninkrijk zal Ik uit zijn hand nemen; maar Ik stel hem tot een vorst al de dagen zijns levens, om Mijns knechts Davids wil, dien Ik verkoren heb, die Mijn geboden en Mijn inzettingen gehouden heeft.
35 Maar uit de hand zijns zoons zal Ik het koninkrijk nemen; en Ik zal u daarvan tien stammen geven.
36 En zijn zoon zal Ik een stam geven; opdat Mijn knecht David altijd een lamp voor Mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem, de stad, die Ik Mij verkoren heb, om Mijn Naam daar te stellen.
37 Zo zal Ik u nemen, en gij zult regeren over al wat uw ziel zal begeren; en gij zult koning zijn over Israel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.