1 Koningen 13:1

1 En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth-El; en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.

1 Koningen 13:1 Meaning and Commentary

1 Kings 13:1

And, behold, there came a man of God out of Judah
Whom Josephus F24 calls Jadon, perhaps the same with Iddo, who is by the Jewish writers F25 generally thought to be this man of God, and which may seem to be countenanced by ( 2 Chronicles 9:29 ) but cannot be, because this man was quickly slain, whereas Iddo lived after Rehoboam, and wrote his acts, first and last, nay, after Ahijah his son, ( 2 Chronicles 13:22 ) and for the same reason Shemaiah cannot be the man of God, ( 1 Kings 12:22 ) , though Tertullian F26 calls him Sameas, and designs Shemaiah: but, whoever he was, he came

by the word of the Lord to Bethel:
that is, by his command:

and Jeroboam stood by the altar to burn incense;
at the time he came, ( 1 Kings 12:33 ) .


FOOTNOTES:

F24 Ut supra. (Antiqu. l. 8. c. 8. sect. 3.)
F25 Seder Olam Rabba, c. 20. Shalshalet Hakabala, fol. 11. 1. Jarch & Kimchi in loc.
F26 De Jejuniis, c. 16.

1 Koningen 13:1 In-Context

1 En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth-El; en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.
2 En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar, altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden.
3 En hij gaf ten zelfden dage een wonderteken, zeggende: Dit is dat wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar zal vaneen gescheurd, en de as, die daarop is, afgestort worden.
4 Het geschiedde nu, als de koning het woord van den man Gods hoorde, hetwelk hij tegen het altaar te Beth-El geroepen had, dat Jerobeam zijn hand van op het altaar uitstrekte, zeggende: Grijpt hem! Maar zijn hand, die hij tegen hem uitgestrekt had, verdorde, dat hij ze niet weder tot zich trekken kon.
5 En het altaar werd vaneen gescheurd, en de as van het altaar afgestort, naar dat wonderteken, dat de man Gods gegeven had, door het woord des HEEREN.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.