1 Koningen 16:11

11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.

1 Koningen 16:11 Meaning and Commentary

1 Kings 16:11

And it came to pass when he began to reign, as soon as he sat
on his throne
Perhaps the very first day,

that he slew all the house of Baasha;
his whole family, all the children that he had, that there might be none to make pretensions to the throne:

he left him not one that pisseth against a wall, neither of his
kinsfolks nor of his friends;
not any that might avenge the blood of his family, that might have a right or inclination to do it.

1 Koningen 16:11 In-Context

9 En Zimri, zijn knecht, overste van de helft der wagenen, maakte een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza was, zich dronken drinkende in het huis van Arza, den hofmeester te Thirza;
10 Zo kwam Zimri in, en sloeg hem, en doodde hem, in het zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda; en hij werd koning in zijn plaats.
11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.
12 Alzo verdelgde Zimri het ganse huis van Baesa, naar het woord des HEEREN, dat Hij over Baesa gesproken had, door den dienst van den profeet Jehu;
13 Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.