1 Koningen 16:13

13 Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.

1 Koningen 16:13 Meaning and Commentary

1 Kings 16:13

For all the sins of Baasha, and the sins of Elah his son
By which it appears that the son trod in the steps of his father, and was therefore cut off:

by which they sinned, and by which they made Israel to sin, in
provoking the Lord God of Israel to anger with their vanities;
their idols, which had nothing in them, and cannot be of any service to their worshippers; and to serve such, and neglect the worship of the true God, and draw others into the same iniquity, must be very provoking to the most High.

1 Koningen 16:13 In-Context

11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.
12 Alzo verdelgde Zimri het ganse huis van Baesa, naar het woord des HEEREN, dat Hij over Baesa gesproken had, door den dienst van den profeet Jehu;
13 Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.
14 Het overige nu der geschiedenissen van Ela, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel?
15 In het zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, regeerde Zimri zeven dagen te Thirza; en het volk had zich gelegerd tegen Gibbethon, dat der Filistijnen is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.