1 Koningen 16:9

9 En Zimri, zijn knecht, overste van de helft der wagenen, maakte een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza was, zich dronken drinkende in het huis van Arza, den hofmeester te Thirza;

1 Koningen 16:9 Meaning and Commentary

1 Kings 16:9

And his servant Zimri, captain of half his chariots
His military chariots; there were two captains of them, and this was one of them; so the Targum,

``one of the two masters or captains of the chariots:''

conspired against him, as he was in Tirzah drinking himself drunk in
the house of Arza, steward of his house in Tirzah;
who had the charge of his wine and other liquors, to which he was addicted beyond measure; and this was a fit opportunity for Zimri to fall upon him, and slay him, when he was drunk, and off his guard, and his army at the same time was besieging Gibbethon, ( 1 Kings 16:15 ) so that there was a very great likeness in what befell the family of Baasha, to that of the family of Jeroboam; for as the son of the one, and of the other, reigned but two years, so they were both slain by their servants, and both at a time when Gibbethon was besieged; the Targum takes this Arza to be the temple of an idol so called, near the royal palace.

1 Koningen 16:9 In-Context

7 Alzo geschiedde ook het woord des HEEREN, door den dienst van den profeet Jehu, den zoon van Hanani, tegen Baesa en tegen zijn huis; en dat om al het kwaad, dat hij gedaan had in de ogen des HEEREN, Hem tot toorn verwekkende door het werk zijner handen, omdat hij was gelijk het huis van Jerobeam, en omdat hij hetzelve verslagen had.

8 In het zes en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd Ela, de zoon van Baesa, koning over Israel, te Thirza, en regeerde twee jaren.

9 En Zimri, zijn knecht, overste van de helft der wagenen, maakte een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza was, zich dronken drinkende in het huis van Arza, den hofmeester te Thirza;

10 Zo kwam Zimri in, en sloeg hem, en doodde hem, in het zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda; en hij werd koning in zijn plaats.

11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat hij het ganse huis van Baesa sloeg; hij liet hem niet over die mannelijk was, noch zijn bloedverwanten, noch zijn vrienden.